Zeer laag radioactief afval
Zeer laag radioactief afval van natuurlijke oorsprong wordt in Nederland gestort op speciale vuilstortplaatsen. Daarmee wordt voorkomen dat er gevaar optreedt voor mens en milieu.
Wat is zeer laag radioactief afval?
Zeer laag radioactief afval ontstaat bij bedrijven in Nederland die werken met ruwe grondstoffen, zoals ijzererts. Deze ruwe grondstoffen hebben van nature een beetje radioactiviteit. Door het verwerken van ruwe grondstoffen kan de concentratie van radioactieve stoffen in de restproducten of afvalstromen hoger worden. Hoe hoog hangt af van het verwerkingsproces. De concentraties zijn uiteindelijk nog steeds zeer laag. Maar om elk risico voor mens en milieu uit te sluiten, is hergebruik van de restproducten niet mogelijk. Bovendien mogen ze niet worden afgevoerd als normaal afval. Dan blijft er dus zeer laag radioactief afval over.
Wat doen we met het zeer laag radioactief afval in Nederland?
Nederland heeft speciale vuilstortplaatsen waar zeer laag radioactief afval gestort mag worden. Zo'n stortplaats heet een deponie. Deponieën zijn stortplaatsen die voldoen aan alle veiligheidseisen om gevaarlijke stoffen zoals asbest te mogen verwerken. Deze stortplaatsen mogen ook zeer laag radioactief afval van natuurlijke oorsprong verwerken. Al het andere radioactief afval in Nederland gaat naar COVRA in Zeeland.
Hoe wordt dit afval aangeleverd en verwerkt op vuilstortplaatsen?
Zeer laag radioactief afval van natuurlijke oorsprong moet zorgvuldig worden aangeleverd en verwerkt, ook al is de radiactiviteit zeer laag. Het doel hiervan is om elke onnodige blootstelling aan straling te voorkomen.
Een bedrijf dat het zeer laag radioactief afval wil storten, moet het daarom eerst op de eigen bedrijfslocatie in grote stevige zakken stoppen die geschikt zijn voor zware draagklussen, zogeheten big bags. Vervolgens moet het bedrijf de zakken goed afsluiten en daarna aanleveren bij de stortplaats.
De zakken moeten goed afgesloten zijn, zodat het afval stuifvrij is en het zich niet kan verspreiden als het waait. De big bags worden gestort en direct afgedekt met een laag aarde. Dit gebeurt onder toeziend oog van stralingsbeschermingsdeskundigen. Dat zijn mensen die verstand hebben van radioactiviteit en straling. Ze kijken toe op het bedrijf dat het afval aanlevert en zijn ook aanwezig op de stortplaats.
Kan radioactiviteit zich op een stortplaats verspreiden via de lucht of water?
De maatregelen die hierboven genoemd zijn, voorkomen dat de radioactiviteit zich kan verspreiden via de lucht of via regenwater. Het gaat er dan om dat het afval verpakt is in afgesloten big bags en afgedekt is met aarde.
Straalt zeer laag radioactief afval naar de omgeving?
Zeer laag radioactief afval straalt niet naar de omgeving. De ioniserende straling van het zeer laag radioactief afval is niet meetbaar. Straling ontstaat net als licht vanaf een bron, en straalt direct uit naar de omgeving. Bij licht is dat bijvoorbeeld een lamp; bij ioniserende straling is dat de radioactieve stof. De hoeveelheid straling van zeer laag radioactief afval is zo laag dat het vrijwel niet door de afdeklaag van aarde komt. Met een stralingsmeter meet je op dit soort stortplaatsen dan ook geen waardes die hoger zijn dan de natuurlijke achtergrondstraling.
Hoe veilig is de stortplaats bij Nauerna in Noord-Holland?
De stortplaats bij Nauerna in Noord-Holland is een van de speciale stortplaatsen in Nederland die ook zeer laag radioactief afval mag verwerken. Deze stortplaats heeft een afdichting die zorgt dat afvoerwater alleen gecontroleerd buiten het terrein komt. De omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied monitort dit afvoerwater op gevaarlijke stoffen. Als er lood in het afvoerwater zit, kan dat een indicatie zijn dat er mogelijk radioactiviteit lekt. Tot nu toe is er geen lood aangetroffen in het afvoerwater.
Ligt er ook polonium-210 op de stortplaats bij Nauerna?
Polonium-210 is een van de radioactieve stoffen in het afval op stortplaats Nauerna. Het komt in kleine hoeveelheden voor in de aardkorst, en dus ook in ertsen zoals ijzererts. Het komt zelfs voor in ons voedsel en ons lichaam. De concentraties in ruwe grondstoffen zijn vrijwel altijd zo laag dat het veilig is voor mensen. Door bedrijfsprocessen kan de concentratie van radioactieve stoffen zoals polonium-210 toenemen. Zie ook hierboven bij ‘Wat is zeer laag radioactief afval?’.
Polonium-210 kan ook kunstmatig gemaakt worden in een kernreactor of deeltjesversneller. Dan kan sprake zijn van hoge concentraties en daarmee van hoeveelheden radioactieve stoffen die gevaarlijk zijn voor mensen. Kijk voor meer informatie over polonium-210 op onze website.
Hoe houdt de ANVS toezicht op bedrijven die met grondstoffen werken die licht radioactieve stoffen bevatten?
De ANVS houdt toezicht via systeemtoezicht en gerichte inspecties. Bij het systeemtoezicht kijkt de ANVS of een bedrijf voldoende controle heeft over de veilige bedrijfsvoering. En met gerichte inspecties bekijkt de ANVS of een bedrijf de voorschriften van de verleende vergunning en de voorwaarden van de specifieke vrijgave naleeft.
Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk om te zorgen dat de hoeveelheid (de concentratie) radioactieve stoffen in afval onder de voorgeschreven grenswaarden blijft. Dat geldt dus ook voor polonium-210. De ANVS houdt hierop dus toezicht en voert zo nodig onafhankelijke metingen uit met ondersteuning van het RIVM.
In Nederland gaat het overigens om maar enkele bedrijven die een specifieke vrijgave hebben voor het storten van polonium-210. Kijk in de openbare Database Gepubliceerde Vergunningen welke bedrijven nog meer een vergunning hebben.
Op de website van het RIVM vindt u meer informatie over de natuurlijke radioactiviteit in de industrie.