Polonium

Op deze pagina is meer te lezen over de van nature radioactieve stof polonium-210 en hoe de ANVS toezicht houdt op afvalstoffen waarin dit aanwezig is.

Wat is polonium-210?

Veel ruwe grondstoffen, zoals mineralen en ertsen, bevatten van nature radioactieve stoffen. Ook het erts dat wordt gebruikt voor de productie van staal bevat van nature voorkomende radioactieve stoffen, zoals polonium-210. De concentratie van een stof als polonium-210 in een ruwe grondstof is doorgaans zo laag, dat deze veilig is voor mensen. We worden door die van nature voorkomende radioactieve stoffen dus continu blootgesteld aan straling. Dit noemen we ook achtergrondstraling, de straling van polonium-210 zit daar ook bij.

Is polonium-210 gevaarlijk?

In natuurlijke vorm komt polonium-210 in lage concentraties voor die veilig is voor mensen. Voor heel Europa is voor mensen en milieu wettelijk vastgelegd wat veilige concentraties zijn van radioactieve stoffen, zoals polonium-210. Zolang de concentratie onder deze zogeheten veilige grenswaarden blijft zijn geen beschermingsmaatregelen nodig. 

Polonium-210 kan overigens ook kunstmatig worden geproduceerd met een kernreactor. Op deze manier kan het in grote hoeveelheden en in hoge concentratie worden gemaakt en kan het gevaarlijk zijn voor mensen.

Hoe gaan bedrijven in Nederland om met polonium-210?

Bij bedrijven in Nederland die werken met ruwe grondstoffen, zoals ertsen, kunnen restproducten of afvalstromen met een hogere concentratie van de radioactieve stoffen ontstaan. In dat geval mogen bedrijven de restproducten niet zomaar hergebruiken of afvoeren als regulier afval. Omdat de concentratie van de radioactieve stoffen nog steeds laag is, noemen we dit ZELA: zeer laag radioactief afval.

Wanneer er met een verhoogde concentratie polonium-210 wordt gewerkt zijn er vanuit de wet wel beschermingsmaatregelen voorgeschreven. Denk aan veiligheidsmaatregelen om het materiaal te verwerken en de omgeving te beschermen. 

Als de radioactiviteit zo laag is, waarom moet het dan naar een afvaldeponie?

De concentraties in de afvalstoffen zijn weliswaar zeer laag, maar toch hoger dan de grenswaarden in de wet. Daarom kan het niet zomaar afgevoerd worden als regulier afval, maar moet het naar een afvaldeponie. In Nederland zijn er afvaldeponieën aangewezen voor het ontvangen en veilig opslaan van afvalstoffen met licht verhoogde concentraties van natuurlijke radioactieve stoffen (ZELA). Vanuit milieuwetgeving zijn er strikte eisen voor hoe afvalverwerking en stort veilig is voor mens en omgeving. Deze eisen gelden voor zowel radioactieve stoffen als voor chemische stoffen.

Soms moeten bedrijven een zogenoemde specifieke vrijgave van de ANVS hebben om afval met licht radioactieve stoffen af te leveren bij een afvaldeponie. Een specifieke vrijgave betekent dat zij van de ANVS toestemming hebben om het afval af te voeren zolang zij zich aan de daaraan verbonden voorwaarden houden. Het bedrijf moet vooraf bewijzen dat de afvalstoffen veilig kunnen worden afgevoerd en opgeslagen.

Hoe houdt de ANVS toezicht op bedrijven die met grondstoffen werken die licht radioactieve stoffen bevatten?

De ANVS houdt via systeemtoezicht en gerichte inspecties toezicht op bedrijven die met grondstoffen werken die licht radioactieve stoffen bevatten. Meer informatie over ons toezicht vindt u onderaan de pagina Zeer laag radioactief afval.