In het overzicht ongewone gebeurtenissen bij de Hoger Onderwijsreactor in Delft geeft de ANVS een overzicht van de meldingen die de vergunninghouder heeft gedaan bij de ANVS. Dit zijn meldingen van zogenoemde ongewone gebeurtenissen: iets wat afwijkt van de normale bedrijfsprocessen, zoals het afschakelen van een installatie vanwege een stroomonderbreking.
Snel informatie verstrekken
De ANVS ontvangt ook meldingen van nucleaire bedrijven over ongewone gebeurtenissen waar u niets van merkt. Bijvoorbeeld een lekkage waarbij radioactief verontreinigd koelwater in de bodem terecht komt. Het spreekt voor zich dat als ze gevolgen hebben voor de omgeving of voor de veiligheid van de nucleaire installatie, de ANVS daar snel informatie over verstrekt.
Publicatie na onderzoek
Bij het merendeel van de niet merkbare ongewone gebeurtenissen is er geen sprake van gevolgen voor de nucleaire veiligheid of omgeving. Over dergelijke gebeurtenissen bericht de ANVS ook op deze site, nadat het onderzoek door het bedrijf is afgerond en de maatregelen om het probleem te verhelpen en in de toekomst te voorkomen, zijn uitgevoerd.
Op 15 februari 2018 heeft het Reactor Instituut Delft (RID) telefonisch aan de ANVS gemeld dat op 14 februari 2018 de reactor uit voorzorg is afgeschakeld. Het RID is tijdens het uitvoeren van een veiligheidsstudie tot het inzicht gekomen dat bij een eventuele uitval van de koelwaterpomp de reactor mogelijk enkele seconden later zou afschakelen dan hetgeen in het veiligheidsrapport is vermeld.
Het RID voert onderzoeken uit om te beoordelen of dit vermoeden juist is. Het RID heeft op maandag 19 februari 2018 de ANVS de voorlopige resultaten van haar onderzoek voorgelegd. Op basis van dat onderzoek is de instelling van het afschakelmechanisme van de reactor aangepast zodat nu onder alle omstandigheden aan de tekst in het veiligheidsrapport wordt voldaan. Het RID heeft berekend dat de reactor, ook met die verkeerd gebleken instelling, bij uitval van de koelwaterpomp altijd voldoende koeling zou hebben gehad. Eventuele schade aan de splijtstof heeft dus ook in die storingsconditie niet kunnen optreden.
Op basis van de verstrekte informatie en de gegeven toelichtingen heeft de ANVS ingestemd met het verzoek van het RID om de reactor dinsdag 20 februari om 09.00 uur weer op te starten.
De reden waarom het afschakelmechanisme onjuist was ingesteld wordt in het storingsonderzoek meegenomen.
De ANVS beoordeelt te zijner tijd het resultaat van de studie en de voorgestelde maatregelen.
De ANVS heeft deze gebeurtenis, op basis van de tot nu toe beschikbare informatie, voorlopig ingeschaald als INES-niveau 0. Een definitieve inschaling volgt na beoordeling van de resultaten van het onderzoek.
Update na beoordeling van het storingsonderzoek:
De ANVS heeft het uitgevoerde storingsonderzoek beoordeeld. De instelling van het afschakelmechanisme was zodanig dat een bepaalde veiligheidsmarge uit het veiligheidsrapport niet gehaald werd. Echter de instelling was wel voldoende om te allen tijde schade aan de reactor door een vertraagde afschakeling te voorkomen. Hierdoor is er geen sprake geweest van gevaar voor mens en milieu. Het RID heeft de instelling van het afschakelmechanisme dusdanig aangepast dat weer wordt voldaan aan de genoemde marge in het veiligheidsrapport. De ANVS heeft deze gebeurtenis definitief ingeschaald als INES-0: Een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties.
Op 13 juli 2017 meldt het Reactor Instituut Delft (RID) dat bij het ijken van apparatuur met een verbeterde methodiek is gebleken dat de kalibratiefactor van het reactorvermogen op een verkeerde waarde was ingesteld. Het betreft een meting voor het regelen van het vermogen van de reactor. De reactor opereerde hierdoor op een hoger thermisch vermogen dan de ‘instelwaarde’ van 2 megawatt. Met de nu geconstateerde afwijking op de instelwaarde heeft er geen overschrijding van de vergunningslimieten plaatsgevonden voor het vermogen omdat het RID normaal op een lager vermogen opereert dan de grenswaarden van de vergunning en ruim binnen de marge van de veiligheidslimieten. Echter, omdat het reactorvermogen ook gebruikt wordt om het afschakelpunt op de flux in te stellen, is door deze afwijking wel een verkleining van de veiligheidsmarge op afschakeling van de fluxmeting opgetreden. Dat is meldingsplichtig en de basis voor de melding aan de overheid.
Tijdens de reguliere zomerstop heeft het RID de kalibratiefactor bijgesteld naar aanleiding van de nauwkeurigere ijk- en analysemethode en daarmee de veiligheidsmarges op het afschakelen hersteld. Het RID heeft een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van de fout in de ijkingsapparatuur en de consequenties die de fout had voor de nucleaire veiligheid. Daarnaast heeft het instituut de veiligheidsmarge op afschakelen direct hersteld.
Inmiddels heeft de ANVS toestemming gegeven aan het RID om de reactor na de reguliere zomerstop weer op te starten. Lopende het onderzoek zijn er beperkende condities ten aanzien van het vermogen gesteld.
De ANVS houdt toezicht op het onderzoek naar de oorzaak en beoordeelt het resultaat en de voorgestelde maatregelen. De ANVS heeft deze gebeurtenis, op basis van de tot nu toe beschikbare informatie, voorlopig ingeschaald als INES-niveau 0: een kleine afwijking. Een definitieve inschaling zal plaatsvinden na beoordeling van de resultaten van het nader onderzoek.
Update naar aanleiding van aanvullende analyses:
Het RID heeft door aanvullende analyses zeker gesteld dat de reactor kan opereren binnen de benodigde veiligheidsgrenzen. De tijdelijke opgelegde vermogensbeperking is inmiddels opgeheven.
Update na definitieve rapportage door RID:
In het onderzoek heeft het RID de onzekerheden die van invloed zijn op de vermogensbepaling in kaart gebracht. De ANVS heeft het onderzoek en de door het RID genomen maatregelen beoordeeld en voldoende bevonden.
Door het uitvoeren van uitgebreid onderzoek is nauwkeuriger vastgesteld wat het werkelijke reactorvermogen is. Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van nieuwe, nauwkeurigere meetapparatuur, modellen en dataverwerking. De ANVS houdt toezicht op de uitvoering en evaluatie van de genomen maatregelen.
Op basis van de door het RID geleverde informatie heeft de ANVS de gebeurtenis definitief ingeschaald op INES-niveau 0: een kleine afwijking zonder veiligheidsconsequenties
Op 29 november 2017 meldt het Reactor Instituut Delft (RID) dat op 24 november 2017 een foutieve klepinstelling in het vloeibare stikstofsysteem is geconstateerd. De leidingen voor vloeibare stikstof lopen door de reactorhalwand. In geval van nood worden deze leidingen automatisch afgesloten met behulp van vier isolatiekleppen.
Tijdens de reparatie van een onderdeel van de isolatiekleppen is de automatische afsluiting van de kleppen tijdelijk overbrugd om stikstof in de reactorhal te kunnen aftappen. De klepinstelling is na aftappen niet goed teruggezet. Ondanks deze gebeurtenis waren de stikstofleidingen te allen tijde afgesloten door andere kleppen. Na constatering van de afwijking is de foutieve klepinstelling meteen gecorrigeerd en de correcte werking van de isolatiekleppen getest.
RID heeft deze gebeurtenis onderzocht. Op 21 december heeft RID de achterliggende oorzaken van de afwijking en de bijbehorende maatregelen aan de ANVS gerapporteerd. In de toekomst worden werkzaamheden aan veiligheidsrelevante systemen door minimaal twee medewerkers uitgevoerd. Dit wordt vastgelegd in de betreffende werkinstructies.
De ANVS heeft de resultaten van het onderzoek en de voorgestelde maatregelen beoordeeld. Op basis van de door RID geleverde informatie heeft de ANVS de gebeurtenis definitief ingeschaald op INES-niveau 0: een kleine afwijking.