Ioniserende straling in overige situaties
Er zijn verschillende situaties denkbaar waar ioniserende straling als bijeffect van het reguliere bedrijfsproces een risico kan opleveren voor werknemers of leden van de bevolking. Hiervoor is vaak een vergunning, kennisgeving of registratie nodig. Belangrijke voorbeelden zijn:
- Verschillende instellingen en nucleaire inrichtingen lozen radioactieve stoffen naar lucht of oppervlaktewater. Het gaat hier vooral om ziekenhuizen met jodiumtherapie en onderzoeksinstellingen met laboratoria. Boven bepaalde grenzen is een vergunning nodig voor deze lozingen. Lozingen naar de bodem zijn niet toegestaan.
- Handelingen met natuurlijke bronnen, vaak in de ertsverwerkende industrie. In de ertsverwerkende industrie worden grote hoeveelheden grondstoffen bewerkt die lage concentraties van nature voorkomend radioactief materiaal bevatten. Dit kan leiden tot het ontstaan van belangrijke hoeveelheden reststromen met een verhoogde concentratie radioactieve stoffen. Ook kunnen blootstellingsrisico’s ontstaan tijdens het bedrijfsproces, en kan lozing van radioactieve stoffen plaatsvinden naar lucht en oppervlaktewater. Voorbeelden van de ertsverwerkende industrie zijn de olie-industrie en de gasindustrie, fossiele elektriciteitsproductie en de overslag van grondstoffen.
- Het (onbedoeld) in bezit zijn van radioactief schroot in de schroothandel. Sommige bedrijven beschikken over een Kernenergiewetvergunning, en mogen daarom bepaalde handelingen met radioactief schroot uitvoeren wanneer dit wordt gevonden. Andere bedrijven hebben gekozen voor uitbesteding van deze handelingen aan gespecialiseerde bedrijven;
- Radioactiviteit van natuurlijke oorsprong komt voor in diverse alledaagse situaties. Een voorbeeld hiervan zijn de radioactieve edelgassen thoron en radon, die van nature in onze leefomgeving aanwezig zijn. Radon en thoron ontstaan in de bodem en in daarvan gemaakte bouwmaterialen en zijn daarom ook aanwezig in alle woningen.
- Er zijn in Nederland enkele situaties bekend waarbij sprake is van een verhoogd niveau van ioniserende straling door activiteiten uit het verleden. Het gaat hierbij meestal om de verwerking of het ontstaan van materialen die aanmerkelijke hoeveelheden radioactiviteit van natuurlijke oorsprong bevatten, zonder dat dit op dat moment bekend was of waarvoor in het verleden geen regelgeving bestond. Een belangrijk voorbeeld hiervan is slakkenwol, dat als isolatiemateriaal in diverse industriële installaties is toegepast en radioactiviteit van natuurlijke oorsprong bevat. Afhankelijk van de aard en omvang van de risico’s kan sanering aan de orde zijn, waarbij gebouwen en installaties moeten worden ontmanteld, radioactief afval moet worden geconditioneerd en afgevoerd, of verontreinigde gronden gesaneerd.
De hoeveelheid radioactiviteit in het Nederlandse milieu is zeer gering, maar meetbaar. De Nederlandse bodem bevat -ten opzichte van het buitenland- relatief weinig radioactiviteit van natuurlijke oorsprong. Daarnaast is radioactiviteit van kunstmatige oorsprong meetbaar door bijvoorbeeld lozingen van ziekenhuizen en (buitenlandse) nucleaire inrichtingen naar lucht en oppervlaktewater of door fall-out van kernproeven. Het RIVM rapporteert jaarlijks in opdracht van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de radioactiviteit in het milieu aan de Europese Commissie, zoals is afgesproken in het Euratom-verdrag.