In onze bodem zitten van nature radioactieve stoffen. Deze stoffen zijn er al sinds het ontstaan van de aarde. De radioactieve stoffen kunnen mee naar boven komen als we grondstoffen uit de bodem halen. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij olie- en gaswinning.
Radioactiviteit blijft achter in water, buiswand of slib tijdens olie- en gaswinning
Het gaat in Nederland altijd om kleine hoeveelheden radioactieve stoffen. Deze radioactieve stoffen kunnen ophopen bij de verwerking van de grondstoffen. Daardoor kan de concentratie van deze radioactieve stoffen lokaal toenemen. Het kan bijvoorbeeld achterblijven als aanslag of het kan ophopen in filters. Hoe zit dat precies?
Olie en gas worden via een boorput gewonnen uit diepere lagen in de ondergrond. Een boorput is een constructie waarbij olie of gas door een buis naar de oppervlakte komt, waar het verder wordt verwerkt. Dit heet productie van olie of gas. Er zijn grofweg 3 manieren waarop radioactieve stoffen voor kunnen komen tijdens de productie van olie en gas:
- De radioactieve stoffen zitten in het productiewater. Dat is water wat in het olie- of gasreservoir zit en wat mee naar boven komt tijdens de productie. Het water wordt vervolgens terug in de grond of zeebodem geïnjecteerd, of het wordt geloosd (alleen op zee).
- Op de buizen waar olie- en gas in worden getransporteerd, kan radioactieve aanslag ontstaan op de buiswand.
- Met name bij oliewinning kan de radioactiviteit zitten in slib en sediment dat mee naar boven komt. Dit wordt gescheiden van de olie. In filters die hiervoor worden gebruikt, kunnen ook radioactieve stoffen achterblijven. Bij gaswinning kan het gas radon mee naar boven komen.
Veiligheid werknemers en omgeving staat voorop
Olie- en gasbedrijven moeten maatregelen nemen zodat werknemers veilig kunnen werken en deze radioactieve stoffen niet in de omgeving terecht komen. Ze hebben voor handelingen met natuurlijke radioactiviteit een vergunning van de ANVS nodig. In deze vergunning staat hoe ze om moeten gaan met de radioactieve stoffen en stralingsbescherming. Deze vergunningen zijn te vinden in onze vergunningendatabase.
Wij houden ook toezicht op olie- en gasbedrijven. Daarin werken we nauw samen met het Staatstoezicht op de Mijnen.
Bij afsluiten boorput moet de binnenste buis uit de grond (huidige werkwijze)
Op het moment dat een boorput niet meer wordt gebruikt, moet het bedrijf dat eigenaar is deze put afsluiten. Voor het afsluiten moet het bedrijf de binnenste buis (opvoerserie) van de boorput helemaal uit de grond halen. Daarna vult het bedrijf de put gedeeltelijk met cement en haalt het bovenste stuk helemaal weg.
Voor het uit de grond halen en afvoeren van de binnenste buis is een vergunning nodig. Er kan namelijk radioactieve aanslag aan de binnenkant van de buis zitten. In de vergunning van de ANVS staat hoe ze dit moeten doen. Daarin staat ook hoe ze de radioactieve stoffen veilig moeten afvoeren.
Nieuwe werkwijze bij afsluiten: binnenste buis blijft zitten
De olie- en gassector in Nederland heeft onderzocht of het afsluiten van boorputten ook op een andere manier kan, namelijk zonder de binnenste buis (opvoerserie) eruit te halen. Zo’n buis is vaak honderden meters tot kilometers lang. Bij het verwijderen van de buis is de kans het grootst dat met name werknemers worden blootgesteld aan straling van de radioactieve aanslag en aan chemische stoffen.
ANVS oordeelt dat het veilig is om binnenste buis te laten zitten
De ANVS en het Staatstoezicht op de Mijnen moeten eerst toestemming geven voor de nieuwe werkwijze waarbij de opvoerserie achterblijft in de grond. De ANVS heeft hiervoor toestemming al verleend. Uit onderzoek van de Nuclear Research Group (NRG) bleek namelijk dat de mogelijke blootstelling aan straling het laagst is als de buizen in de grond blijven zitten. De olie- en gasbedrijven hebben vervolgens een plan moeten maken waarin ze aantonen hoe ze dat veilig doen. De ANVS heeft de situatie beoordeeld, en besloten dat het veilig kan. Dit besluit heet een specifieke vrijgave.
De olie- en gasbedrijven moeten ook nog toestemming krijgen van het Staatstoezicht op de Mijnen voor ze daadwerkelijk aan de slag mogen. Dit traject loopt nog.