Waarom verandert het Besluit basisveiligheidsnormen per 6 februari 2018?

Nieuwe Europese regelgeving, de richtlijn 2013/59/EURATOM, verplicht alle lidstaten van de Europese Unie hun nationale wetgeving op het gebied van stralingsbescherming aan te passen. Deze aanpassing zorgt ervoor dat alle landen in de Europese Unie met dezelfde eisen rondom stralingsbescherming werken.

De nieuwe Europese regelgeving is vastgesteld naar aanleiding van voortschrijdende wetenschappelijke inzichten over stralingsbescherming. In de richtlijn zijn de aanbevelingen van de Internationale Commissie voor Radiologische Bescherming (ICRP) doorgevoerd.

Gewijzigde uitgangspunten

Enkele uitgangspunten van het stralingsbeschermingsysteem zijn daarbij gewijzigd:

  • De richtlijn gaat nog steeds uit van de drie algemene beginselen van stralingsbescherming: rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimitering.
  • De algemene beginselen van stralingsbescherming moeten in elke natuurlijke of door de mens veroorzaakte blootstellingsituatie worden toegepast.

Het onderscheid tussen handelingen en werkzaamheden en interventies wordt vervangen door een situatie gebaseerde benadering. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen gepland gebruik van ioniserende straling, ongevallen en incidenten alsmede ongeplande aanwezigheid van radioactiviteit.

Wat moet ik doen nu het nieuwe Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming van kracht is?

Het is belangrijk dat u op de hoogte bent van de veranderingen die sinds 6 februari 2018 op uw situatie van toepassing zijn en weet welke maatregelen u moet nemen.

Nieuwe regels voor toepassingen ioniserende straling

Voor de meeste toepassingen van ioniserende straling zijn de nieuwe regels vastgelegd in:

Waar kan ik informatie vinden over de aanvraag van een vergunning of registratie aanvragen?

De informatie over wat u moet doen vindt u in de regelgeving zelf. Daarnaast kunt u diverse communicatiemiddelen en inhoudelijke documenten raadplegen in de Toolkit regelgeving Stralingsbescherming op deze website.

Wat zijn de belangrijkste veranderingen ten opzichte van het Besluit basisveiligheidsnormen?

Nederland voldoet met het nieuwe Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming (Bbs) aan de verplichtingen uit de Europese richtlijn. In het Bbs zijn algemene bepalingen (zoals het controlestelsel, informatie en deskundigheid) en specifieke bepalingen opgenomen ter bescherming van werknemers, patiënten, bevolking en milieu. Ook zijn regels opgenomen voor het beheer en de afvoer van radioactieve (afval)stoffen.

Veranderingen Bbs ten opzichte Besluit stralingsbescherming

Ten opzichte van het besluit stralingsbescherming zijn in het Bbs de volgende veranderingen doorgevoerd:

  • Het controlestelsel kent een aantal wijzigingen:
    • Binnen het controlestelsel vervalt de melding. Daarvoor komt de registratie. Dit is een ‘standaardvergunning’, waarvoor de betreffende voorschriften in de regelgeving zijn opgenomen.
    • Hoe hoger het risico, hoe strenger de eisen en het toezicht op de handelingen.
    • De grenzen voor vrijstelling en vrijgave van handelingen en radioactieve materialen zijn internationaal geharmoniseerd.
  • Er is een nieuw instrument voor de optimalisatie in niet geplande omstandigheden: het referentieniveau. Het gaat om een richtwaarde waarbij overschrijding zoveel mogelijk moet worden voorkomen.
  • De dosislimieten zijn onveranderd, met uitzondering van de dosislimiet van de ooglens voor werknemers. Deze is verlaagd van 150 naar 20 millisievert per kalenderjaar.
  • De blootstelling aan radon binnenshuis en op de werkplek en de externe blootstelling aan gammastraling van bouwmaterialen vallen nu binnen de regelgeving.
  • De naamgeving voor stralingsdeskundigen en de eisen aan de deskundigheid en opleidingen veranderen.

Er is een aanscherping van de beveiligingseisen voor radioactieve materialen.

Wat verandert er voor mijn vergunning?

Voor uw vergunning verandert niets. De voorschriften van uw vergunning blijven van kracht, tenzij deze strijdig zijn met de algemene regels die bijvoorbeeld zijn opgenomen in de Verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming. Dan gelden de regels uit de Verordening.

Het toestel dat ik gebruik was vroeger vrijgesteld van melding of vergunning, maar in het nieuwe besluit niet meer. Wat moet ik nu doen?

U gaat na of het toestel dat u gebruikt in het nieuwe controlestelsel van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming valt onder de vergunningplicht of onder de registratieplicht.

Dit stappenplan helpt u daarbij. Vervolgens dient u binnen drie maanden een aanvraag voor een registratie of vergunning van de betreffende handeling in bij de ANVS. Dat doet u via de pagina 'Aanvragen en melden'.

Ik wil een vergunning, verleend onder het Besluit stralingsbescherming en die nu geldt als een registratie wijzigen. Wat moet ik doen?

U hoeft niets te doen. De vergunning wordt automatisch omgezet in een registratie.

De voorschriften van de vergunning blijven van kracht, tenzij deze strijdig zijn met de algemene regels die bijvoorbeeld zijn opgenomen in de ANVS-Verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming. Dan gelden de regels uit de ANVS-Verordening.

Met welke veranderingen moet ik rekening houden in de onder het oude Besluit stralingsbescherming vrijgestelde of vrijgegeven radioactieve stoffen?

Het kan zijn dat bepaalde radioactieve stoffen in de nieuwe regelgeving niet meer vrijgesteld of vrijgegeven zijn van het controlestelsel.

In het algemeen zijn de grenswaarden voor vrijstelling en vrijgave in het nieuwe besluit namelijk lager dan in het Besluit stralingsbescherming.

Vrijstelling en vrijgave vindt plaats op basis van de grenswaarde voor de activiteitsconcentratie van een radionuclide. Voor vrijstelling zijn er daarnaast nog grenswaarden voor de activiteit van een radionuclide.

Waar u deze waarden kunt vinden is weergegeven in een visual over vrijstelling en vrijgave.

Een andere belangrijke verandering is dat de grenswaarden voor vrijgave alleen nog van toepassing zijn voor vaste materialen. Datzelfde geldt voor grenswaarden voor vrijstelling van onbeperkte hoeveelheden. Voor een beperkt aantal toepassingen bestaat de mogelijkheid tot specifieke vrijstelling of specifieke vrijgave. In een visual over specifieke vrijstelling en vrijgave is weergegeven welke toepassingen dit zijn.

Volgens de nieuwe regels zijn de radioactieve stoffen die ik afvoer niet meer vrijgegeven. Wat moet ik doen?

Als radioactieve stoffen niet meer zijn vrijgegeven, dan kunt u deze niet zomaar overdragen aan een andere partij. U heeft dan 3 opties:

  1. De radioactieve stof voor product- of materiaalhergebruik overdragen aan een  vergunninghouder.
  2. De radioactieve stoffen als radioactieve afvalstof overdragen aan een daarvoor aangewezen instelling (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval, of een daartoe aangewezen deponie).
  3. Een beschikking voor specifieke vrijgave aanvragen, zie ook de visual ‘proces aanvraag specifieke vrijstelling of vrijgave’. In dat geval moet u aantonen dat het radiologische risico van de afvoer van de radioactieve stoffen voldoende laag is. In de ANVS-Verordening basisveiligheidsnormen stralingsbescherming staat aan welke voorwaarden een aanvraag moet voldoen en welke normen en richtlijnen u voor de risicoanalyse kunt gebruiken. Voordat u een aanvraag indient, dient u een plan van aanpak bij de ANVS in. Het door de ANVS geaccepteerde plan maakt deel uit van de aanvraag.

Welke veranderingen zijn er voor het vervoer van materialen die volgens het besluit specifiek vrijgegeven zijn?

Vrijgesteld van het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming betekent niet automatisch vrijgesteld van de modale vervoersregelgeving (ADR, RID, IMDG Code, ICAO-TI) of het Besluit vervoer splijtstoffen, ertsen en radioactieve stoffen.

De zending van het vrijgegeven of vrijgestelde materiaal kan dus onderhevig zijn aan kennisgevingplicht of vergunningplicht en/of aan de voorschriften van de modale regelgeving.